8.6
Toelichting op de geconsolideerde jaarrekening
Voor het boekjaar eindigend op 31 december 2018
1. Algemene informatie
Accell Group N.V. (“Accell Group”) te Heerenveen staat aan het hoofd van een groep van rechtspersonen. Een overzicht van de gegevens op grond van de artikelen 2:379 en 2:414 BW, is opgenomen in toelichting 11 Deelnemingen. Accell Group is met haar groep van ondernemingen op internationaal niveau actief met het ontwerp, de ontwikkeling, productie, marketing en verkoop van innovatieve en kwalitatief hoogwaardige fietsen en fietsonderdelen en -accessoires.
2. Basis voor opstelling
A | Overeenstemmingsverklaring
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met International Financial Reporting Standards zoals aanvaard door de Europese Unie (EU-IFRS) en met artikel 2:362 lid 9 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
De geconsolideerde jaarrekening is op 11 maart 2019 goedgekeurd voor publicatie door de Raad van Bestuur.
B | Waarderingsbasis
De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld op basis van historische kosten, met uitzondering van de volgende posten die op iedere balansdatum zijn gewaardeerd op een alternatieve basis:
- afgeleide financiële instrumenten: gewaardeerd tegen reële waarde;
- op aandelen gebaseerde betalingen: gewaardeerd tegen de referentie reële waarde in overeenstemming met IFRS 2;
- netto activa (verplichtingen) uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen: waardering tegen de reële waarde van de fondsbeleggingen verminderd met de contante waarde van de toegezegde pensioenrechten;
- voorwaardelijke vergoedingen in verband met een bedrijfsovername: waardering tegen reële waarde.
C | Functionele valuta en presentatievaluta
De jaarrekening wordt gepresenteerd in de euro, die fungeert als de functionele valuta van Accell Group.
D | Gebruik van schattingen
Bij het opstellen van deze geconsolideerde jaarrekening heeft Accell Group oordelen gevormd en schattingen en veronderstellingen gemaakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden prospectief verwerkt.
Informatie over veronderstellingen en schattingsonzekerheden die een aanmerkelijk risico in zich bergen van een materiële aanpassing in het jaar eindigend op 31 december 2018, is opgenomen in de volgende onderdelen van de toelichting:
- TOELICHTING 9 EN 10 | test op bijzondere waardeverminderingen van goodwill en overige immateriële vaste activa: belangrijke veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de realiseerbare waarden, inclusief de realiseerbaarheid van ontwikkelingskosten;
- TOELICHTING 18 | waardering van verplichtingen uit hoofde van toegezegde pensioenregelingen: belangrijke actuariële veronderstellingen;
- TOELICHTING 20 | verwerking van latente belastingvorderingen: beschikbaarheid van toekomstige fiscale winsten die kunnen worden gebruikt ter voorwaartse compensatie van fiscale verliezen;
- TOELICHTING 21 | verwerking en waardering van voorzieningen: belangrijke veronderstellingen over de waarschijnlijkheid en omvang van een uitstroom van middelen;
- TOELICHTING 24 | Financiële instrumenten - reële waarde en risicobeheer.
Bepaling van de reële waarde
Voor een aantal waarderingsgrondslagen en toelichtingen is bepaling van de reële waarde vereist, voor zowel financiële als niet-financiële activa en verplichtingen. Bij het bepalen van de reële waarde van een actief of een verplichting maakt Accell Group zoveel mogelijk gebruik van op de markt waarneembare gegevens. De reële waarden worden ingedeeld naar verschillende niveaus op basis van een reële-waardehiërarchie, afhankelijk van de inputs op basis waarvan de waarderingstechnieken zijn toegepast. De verschillende niveaus zijn als volgt gedefinieerd:
- NIVEAU 1 | genoteerde marktprijzen (niet gecorrigeerd) in actieve markten voor identieke activa of verplichtingen;
- NIVEAU 2 | input die geen onder niveau 1 vallende genoteerde marktprijzen betreft en die waarneembaar is voor het actief of de verplichting, hetzij direct (i.c. in de vorm van prijzen) hetzij indirect (i.c. afgeleid van prijzen);
- NIVEAU 3 | input voor het actief of de verplichting die niet is gebaseerd op waarneembare marktgegevens (niet-waarneembare input).
Indien de inputs die worden gebruikt voor het bepalen van de reële waarde van een actief of verplichting binnen verschillende niveaus van de reële-waardehiërarchie vallen, dan wordt de bepaalde reële waarde in zijn geheel ingedeeld in hetzelfde niveau van de reële-waardehiërarchie als de input van het laagste niveau die van belang is voor de gehele meting. Accell Group verwerkt eventuele herrubriceringen tussen de niveaus van de reële-waardehiërarchie aan het einde van de verslagperiode waarin de wijziging zich heeft voorgedaan.
Meer informatie over de veronderstellingen voor de bepaling van reële waarden is opgenomen in de volgende toelichtingen:
- TOELICHTING 19 | Op aandelen gebaseerde betalingen;
- TOELICHTING 24 | Financiële instrumenten - reële waarde en risicobeheer;
- TOELICHTING 25 | Bedrijfscombinaties.
E | Stelselwijziging
Op 1 januari 2018 zijn een aantal stelselwijzigingen doorgevoerd welke zijn ontstaan door het toepassen van de nieuwe standaarden IFRS 9 ‘Financiële Instrumenten’ en IFRS 15 ‘Opbrengsten uit contracten met klanten’. Ook de wijzigingen in IFRS 2 ‘Classificatie en waardering van transacties in op aandelen gebaseerde betalingen’ en IFRIC 22 ‘Transacties in vreemde valuta en vooruitbetalingen’ zijn geïmplementeerd maar deze hebben geen impact op de grondslagen voor financiële verslaggeving van Accell Group.
De nieuwe grondslagen zijn opgenomen in toelichting 3J (Financiële instrumenten) en 3K (Bijzondere waardeverminderingen) voor IFRS 9 en in toelichting 3B (Opbrengsten) voor IFRS 15.
IFRS 9 'Financiële Instrumenten'
Classificatie en waardering
IFRS 9 bevat drie categorieën voor de classificatie van financiële activa: ‘waardering tegen geamortiseerde kostprijs’, ‘reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten’ en ‘reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening’. De standaard elimineert de bestaande IAS 39 categorieën: ‘leningen en vorderingen’, ‘tot einde looptijd aangehouden beleggingen’ en ‘voor verkoop beschikbare financiële activa’. Accell Group heeft geen beleggingen classificerend als ‘tot einde looptijd aangehouden beleggingen’ en ‘voor verkoop beschikbare financiële activa’, en voor de andere categorieën (zoals vorderingen, derivaten en financiële verplichtingen) brengt IFRS 9 bij Accell Group geen wijzigingen in de classificatie en waardering.
Bijzondere waardeverminderingen
Accell Group heeft voor de implementatie van IFRS 9 gebruik gemaakt van de vrijstelling die het mogelijk maakt de vergelijkende informatie over voorgaande perioden niet aan te passen. Veranderingen in de boekwaarden als gevolg van toepassing van IFRS 9 zijn dan ook rechtstreeks verantwoord in het eigen vermogen per 1 januari 2018. Als gevolg van de toepassing van IFRS 9 zijn ook de wijzigingen in IAS 1 'Presentatie van jaarrekeningen' van toepassing, waarbij een bijzondere waardevermindering van financiële activa moet worden gepresenteerd als een afzonderlijke post in de winst- en verliesrekening.
IFRS 9 vervangt het huidige ‘model van gerealiseerde kredietverliezen’ uit IAS 39 met een 'verwacht verlies model’ (Expected Credit Loss ('ECL')). Hierdoor worden onder IFRS 9 eerder bijzondere waardeverminderingen geboekt. Het ECL-model is van toepassing op alle financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs en/of tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in het overzicht van gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten. Accell Group past de vereenvoudigde methode toe om het verwachte verlies voor handelsvorderingen te meten. Geldmiddelen en kasequivalenten zijn ook onderworpen aan de vereisten voor bijzondere waardevermindering van IFRS 9, echter is vastgesteld dat dit niet materieel was. De impact is € 0,8 miljoen hogere bijzondere waardeverminderingsverliezen op handelsvorderingen en een herclassificatie van € 3,0 miljoen in de winst- en verliesrekening.
Hedge accounting
Accell Group heeft ervoor gekozen om de algemene vereisten voor hedge accounting van IFRS 9 toe te passen en de prospectieve implementatiebenadering te gebruiken. IFRS 9 vereist dat de afdekkingsrelaties worden afgestemd op de doelstellingen en de strategie van het risicobeheer en dat een meer kwalitatieve en toekomstgerichte benadering wordt toegepast voor het beoordelen van de effectiviteit van afdekkingen. Alle afdekkingsrelaties onder IAS 39 per 1 januari 2018 blijven onder IFRS 9 kwalificeren als een afdekkingsrelatie. De gebruikte grondslagkeuze door Accell Group onder IAS 39 is echter niet langer toegestaan. IFRS 9 vereist dat indien een afdekking van een verwachte toekomstige transactie leidt tot een opname van een niet-financieel actief, de hiermee samenhangende winsten en verliezen die in de afdekkingsreserve zijn verwerkt worden overgeheveld naar de initiële kostprijs van de gerelateerde voorraden als een aanpassing in de basis. Op 1 januari 2018 resulteert de basisaanpassing in een opwaardering van de boekwaarde van de totale voorraden van € 3,5 miljoen.
IFRS 15 'Opbrengsten uit contracten met klanten’
Classificatie en waardering
IFRS 15 stelt een kader vast om te bepalen of, hoeveel en wanneer opbrengsten worden opgenomen uit contracten met klanten. IFRS 15 vervangt bestaande standaarden en interpretaties met betrekking tot omzet. De volledige retrospectieve methode is toegepast bij de implementatie, wat betekent dat de financiële informatie over de voorgaande periode is aangepast als deze werd beïnvloed. De aanpassingen hebben alleen betrekking op additionele toelichtingen omdat de opname- en waarderingscriteria voor opbrengsten niet tot wijzigingen hebben geleid.
Het merendeel van de contracten van Accell Group zijn contracten met klanten waarbij over het algemeen wordt verwacht dat de verkoop van goederen de enige prestatieverplichting is. Het moment van de overdracht van zeggenschap varieert afhankelijk van de individuele voorwaarden van de verkoopovereenkomst. Voor de verkoop van fietsen, fietsonderdelen en -accessoires vindt meestal overdracht plaats wanneer het product wordt afgeleverd bij de klant. Voor sommige internationale leveringen vindt de overdracht echter plaats op het moment dat de goederen bij de betreffende vervoerder zijn ingeladen. Voor dergelijke producten heeft de klant over het algemeen geen recht op retournering. Het moment van omzetverantwoording is in overeenstemming met de vorige grondslag toepassing. Met betrekking tot prestatieverplichtingen voorziet Accell Group in de garantie voor algemene reparaties en geeft geen verlengde garanties of onderhoudsdiensten in de contracten met klanten. De garanties dienen ter waarborg dat de fiets, het onderdeel of accessoire functioneert als bedoeld en voldoet aan de overeengekomen specificaties. Daarom worden deze garanties verantwoord onder IAS 37 'Voorzieningen, voorwaardelijke verplichtingen en voorwaardelijke activa', consistent met de vorige grondslag toepassing.
Met betrekking tot de waarderingsgrondslagen is het relevant dat bepaalde contracten met klanten voorzien in klant-specifieke afspraken en verkoop-stimulerende maatregelen, onder meer bestaand uit afwijkende prijsstellingen, reclame- en promotievergoedingen en andere volume-gebaseerde afspraken. Momenteel verantwoordt Accell Group de omzet uit de verkoop van fietsen, fietsonderdelen en -accessoires tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, onder aftrek van reserveringen voor verkoop-stimulerende maatregelen en retouren (als de klant een recht op teruggave heeft). Als de omzet niet op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld, stelt Accell Group de omzetverantwoording uit totdat de onzekerheid is weggenomen. Dergelijke bepalingen resulteren in een variabele vergoeding onder IFRS 15 die bij het aangaan van het contract geraamd moet worden. IFRS 15 vereist dat de geraamde variabele vergoeding wordt ingeperkt om de opname van een te hoge omzet te voorkomen. Dit is consistent met de eerdere praktijk van Accell Group om individuele contracten te beoordelen om de geschatte variabele vergoeding en gerelateerde beperking te bepalen.
De verstrekte praktische toepassingsmogelijkheden worden door Accell Group niet toegepast.
Impact op de jaarrekening
De volgende tabellen tonen de impact op de posten van de financiële overzichten. Posten die niet worden beïnvloed door de wijzigingen zijn niet opgenomen.
Balans | 31 december 2017 | IFRS 9 | 1 januari 2018 herzien |
€ x 1.000 | € x 1.000 | € x 1.000 | |
Handelsvorderingen | 127.128 | -805 | 126.323 |
Overige reserve | -282.692 | 805 | -281.887 |
Voorraden | 333.564 | 3.486 | 337.051 |
Latente belastingvorderingen | 3.437 | -872 | 2.565 |
Afdekkingsreserve | 7.074 | -2.615 | 4.460 |
Winst- en verliesrekening | 2017 | IFRS 9 | 2017 herzien |
€ x 1.000 | € x 1.000 | € x 1.000 | |
Overige bedrijfskosten | -127.142 | 3.025 | -124.117 |
Bijzondere waardeverminderingen op financiële activa | - | -3.025 | -3.025 |
3. Belangrijke grondslagen voor financiële verslaglegging
Accell Group heeft de hierna uiteengezette grondslagen voor financiële verslaggeving consistent toegepast voor alle gepresenteerde perioden in deze geconsolideerde jaarrekening rekening houdend met hetgeen vermeld staat onder toelichting 2E Stelselwijzigingen.
A | Consolidatiegrondslagen
Bedrijfscombinaties
Accell Group verwerkt bedrijfscombinaties op basis van de overnamemethode per de datum waarop de zeggenschap overgaat naar Accell Group. De voor de overname overgedragen vergoeding wordt in het algemeen gewaardeerd tegen reële waarde, evenals de verworven netto identificeerbare activa. Eventuele goodwill die hieruit voortvloeit, wordt jaarlijks getoetst op bijzondere waardeverminderingen. Eventuele boekwinst uit een voordelige koop wordt direct verwerkt in het resultaat. Transactiekosten worden verwerkt wanneer zij worden gemaakt, behalve als zij betrekking hebben op de uitgifte van vreemd- of eigenvermogensinstrumenten.
In de overgedragen vergoeding is geen bedrag begrepen voor de afwikkeling van bestaande relaties. Een dergelijk bedrag wordt in het algemeen verwerkt in het resultaat.
De reële waarde van een eventuele voorwaardelijke vergoeding wordt op overnamedatum opgenomen. Indien een verplichting om een voorwaardelijke vergoeding te betalen voldoet aan de definitie van een financieel instrument dat wordt geclassificeerd als eigen vermogen, vindt geen latere herwaardering plaats en wordt de afwikkeling verantwoord binnen het eigen vermogen. Als dit niet het geval is, wordt de voorwaardelijke vergoeding geherwaardeerd tegen reële waarde en worden wijzigingen in de reële waarde na eerste opname opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Dochterondernemingen
Dochterondernemingen zijn die entiteiten waarover Accell Group zeggenschap heeft. Accell Group heeft zeggenschap over een entiteit indien zij op basis van haar betrokkenheid bij de entiteit is blootgesteld aan, dan wel recht heeft op, variabele rendementen en het vermogen heeft die rendementen te beïnvloeden aan de hand van haar zeggenschap over de entiteit. De jaarrekeningen van dochterondernemingen zijn in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen vanaf de datum waarop voor het eerst sprake is van zeggenschap tot aan het moment waarop de zeggenschap eindigt.
Verlies van zeggenschap
Indien Accell Group de zeggenschap over een dochteronderneming verliest, worden de activa en verplichtingen en eventueel hiermee samenhangende minderheidsbelangen en andere eigenvermogenscomponenten niet langer in de balans verantwoord. De eventueel behaalde boekwinst of het boekverlies wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening. Indien Accell Group een belang behoudt in de voormalige dochteronderneming, wordt dat vanaf het moment van het verlies van zeggenschap gewaardeerd tegen reële waarde. Deze reële waarde wordt de initiële boekwaarde van het behouden belang dat vervolgens verwerkt wordt als een geassocieerde deelneming, joint venture of financieel actief.
Belangen in deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode
De belangen van Accell Group in deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode bestaan uit belangen in geassocieerde deelnemingen en een joint-venture.
Geassocieerde deelnemingen zijn die entiteiten waarin Accell Group invloed van betekenis heeft op het financiële en operationele beleid, maar waarover zij geen zeggenschap heeft. Een joint-venture is een overeenkomst waarover Accell Group gezamenlijke zeggenschap uitoefent en waarbij Accell Group eerder rechten heeft ten aanzien van de netto-activa van de overeenkomst dan rechten ten aanzien van de activa en verplichtingen ten aanzien van de schulden.
Geassocieerde deelnemingen en joint-ventures waarover gezamenlijk de zeggenschap wordt uitgeoefend, worden verantwoord op basis van de ‘equity’-methode en worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen kostprijs. In die kostprijs van de deelneming zijn de transactiekosten inbegrepen. Na de eerste verwerking bevat de geconsolideerde jaarrekening het aandeel van Accell Group in de gerealiseerde en niet-gerealiseerde resultaten van de deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode, tot aan de datum waarop voor het laatst sprake is van invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap.
Eliminatie van transacties bij consolidatie
Intragroepssaldi en -transacties, alsmede eventuele niet-gerealiseerde winsten en verliezen uit intragroepstransacties worden geëlimineerd. Niet-gerealiseerde winsten uit hoofde van transacties met deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode worden geëlimineerd naar rato van het belang dat Accell Group in de deelneming heeft. Niet-gerealiseerde verliezen worden op dezelfde wijze geëlimineerd als niet-gerealiseerde winsten, maar alleen voor zover er geen aanwijzing is voor een bijzondere waardevermindering.
B | Opbrengsten
De waarderingsgrondslagen voor de omzet uit contracten met klanten worden toegelicht in toelichting 2E Stelselwijziging (IFRS 15).
C | Financieringsbaten en -lasten
De financieringsbaten en -lasten van Accell Group omvatten het volgende:
- rentebaten;
- rentelasten;
- bankkosten;
- dividendopbrengsten;
- valutakoerswinsten en -verliezen op financiële activa en financiële verplichtingen.
Rentebaten of -lasten worden verwerkt op basis van de effectieve-rentemethode. Dividendopbrengsten worden verwerkt in het resultaat op het moment dat het recht van Accell Group op ontvangst wordt gevestigd.
D | Vreemde valuta
Transacties in vreemde valuta
Transacties luidend in vreemde valuta worden naar de betreffende functionele valuta van de groepsmaatschappijen omgerekend tegen de geldende wisselkoersen op de transactiedata.
In vreemde valuta luidende monetaire activa en verplichtingen worden op balansdatum naar de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoersen. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die tegen reële waarde worden gewaardeerd, worden naar de functionele valuta omgerekend tegen de wisselkoersen die golden op de data waarop de reële waarden werden bepaald. In vreemde valuta luidende niet-monetaire activa en verplichtingen die op basis van historische kosten worden gewaardeerd, worden niet opnieuw omgerekend.
Valutakoersverschillen worden in het algemeen opgenomen in het resultaat. Echter, valutakoersverschillen die optreden bij de omrekening van in aanmerking komende kasstroomafdekkingen, voor zover de afdekking effectief is, worden opgenomen in het eigen vermogen onder de afdekkingsreserve.
Buitenlandse bedrijfsactiviteiten
De activa en verplichtingen van buitenlandse activiteiten, met inbegrip van goodwill en bij overnames opgetreden reële-waarde correcties, worden in euro omgerekend tegen de geldende wisselkoersen op verslagdatum. De opbrengsten en kosten van buitenlandse bedrijfsactiviteiten worden in euro omgerekend tegen de wisselkoersen op de transactiedata.
Valutakoersverschillen worden opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en worden verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen, behalve voor zover het valutakoersverschil wordt toegerekend aan minderheidsbelangen.
Indien een buitenlandse activiteit geheel of gedeeltelijk wordt verkocht, zodanig dat Accell Group de zeggenschap, invloed van betekenis dan wel gezamenlijke zeggenschap verliest, wordt het in verband met deze buitenlandse activiteit cumulatieve bedrag in de reserve omrekeningsverschillen overgeboekt naar het resultaat als onderdeel van de winst of het verlies op de verkoop. Indien Accell Group slechts een deel van het belang in een dochter verkoopt terwijl Accell Group wel zeggenschap houdt, wordt het betreffende evenredige aandeel in het cumulatieve bedrag toegerekend aan minderheidsbelangen. Indien Accell Group slechts een deel van het belang in een geassocieerde deelneming of joint-venture verkoopt terwijl Accell Group wel invloed van betekenis of gezamenlijke zeggenschap houdt, wordt het betreffende evenredige aandeel in het cumulatieve bedrag overgeboekt naar het resultaat.
Wanneer de afwikkeling van een monetaire post die te ontvangen is van of te betalen is aan een buitenlandse activiteit niet gepland noch waarschijnlijk is in de voorzienbare toekomst, worden de valutakoersverschillen op een dergelijke monetaire post beschouwd als onderdeel van de netto-investering in de buitenlandse activiteit. Dienovereenkomstig worden deze valutakoersverschillen opgenomen in niet-gerealiseerde resultaten en verwerkt in de reserve omrekeningsverschillen.
Afdekking van netto-investering in buitenlandse activiteiten
Accell Group past geen hedge accounting toe op de valutakoersverschillen die ontstaan bij omrekening van de functionele valuta van de buitenlandse activiteit naar de functionele valuta van Accell Group (euro).
E | Personeelsbeloningen
Kortetermijnpersoneelsbeloningen
Kortetermijnpersoneelsbeloningen worden verwerkt als kosten wanneer de daarmee verband houdende dienst wordt verricht. Er wordt een verplichting verwerkt voor het bedrag dat naar verwachting zal worden betaald als Accell Group een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft om dit bedrag te betalen als gevolg van verrichte diensten door de werknemer en de verplichting betrouwbaar kan worden bepaald.
Op aandelen gebaseerde betalingstransacties
De reële waarde op toekenningsdatum van in eigen-vermogensinstrumenten afgewikkelde, op aandelen gebaseerde betalingstransacties aan personeelsleden wordt opgenomen als een personeelslast, met een overeenkomstige verhoging van het eigen vermogen, verdeeld over de periode waarin de werknemers onvoorwaardelijk recht krijgen op de betalingen. Het als last op te nemen bedrag wordt aangepast naar het aantal toekenningen waarbij naar verwachting zal worden voldaan aan de betreffende dienstverleningsvoorwaarden en niet-marktgerelateerde voorwaarden van onvoorwaardelijk worden, zodanig dat het uiteindelijk als last opgenomen bedrag is gebaseerd op het aantal toekenningen waarbij op de datum waarop de toekenning onvoorwaardelijk wordt daadwerkelijk is voldaan aan de betreffende voorwaarden.
Toegezegde-bijdrageregelingen
Verplichtingen in verband met bijdragen aan toegezegde-bijdrageregelingen worden verwerkt als kosten wanneer de gerelateerde prestaties worden verricht. Vooruitbetaalde bijdragen worden opgenomen als actief voor zover een terugbetaling in contanten of een verlaging van toekomstige betalingen beschikbaar is.
Toegezegd-pensioenregelingen
De nettoverplichting van Accell Group uit hoofde van toegezegd-pensioenregelingen wordt voor iedere regeling afzonderlijk berekend door een schatting te maken van de pensioenaanspraken die werknemers hebben opgebouwd in de verslagperiode en voorgaande perioden, waarbij dat bedrag contant wordt gemaakt en verminderd met de reële waarde van de fondsbeleggingen.
De berekening van de toegezegd-pensioenverplichtingen wordt jaarlijks uitgevoerd door een gekwalificeerde actuaris volgens de ‘projected unit credit’-methode. Wanneer de berekening resulteert in een potentieel actief voor Accell Group, wordt de opname van het actief beperkt tot de contante waarde van economische voordelen beschikbaar in de vorm van eventuele toekomstige terugstortingen door het fonds of lagere toekomstige pensioenpremies. Bij de berekening van de contante waarde van economische voordelen wordt rekening gehouden met eventuele minimum financieringsverplichtingen die van toepassing zijn.
Herwaarderingen van de netto toegezegd-pensioenverplichting, die bestaat uit actuariële winsten en verliezen en het rendement op fondsbeleggingen (exclusief rente), worden direct verwerkt in niet-gerealiseerde resultaten. Accell Group bepaalt de nettorentelast (-bate) op de netto toegezegd-pensioenverplichting (-actief) over de verslagperiode door de disconteringsvoet die is gebruikt voor het bepalen van de toegezegd-pensioenverplichting aan het begin van het jaar, toe te passen op de toenmalige netto toegezegd-pensioenverplichting (-actief), rekening houdend met eventuele wijzigingen in de netto toegezegd-pensioenverplichting (-actief) gedurende de periode als gevolg van bijdragen en uitkeringen. Nettorentelasten en overige lasten met betrekking tot toegezegd-pensioenregelingen worden verwerkt in het resultaat.
Wanneer de pensioenaanspraken uit hoofde van een regeling worden gewijzigd of wanneer een regeling wordt ingeperkt, wordt de daaruit voortvloeiende wijziging in aanspraken met betrekking tot verstreken diensttijd of de winst of het verlies op die inperking direct verwerkt in het resultaat. Accell Group verantwoordt winsten of verliezen op de afwikkeling van een toegezegd-pensioenregeling op het moment dat de afwikkeling plaatsvindt.
Overige langetermijnpersoneelsbeloningen
De nettoverplichting van Accell Group uit hoofde van overige langetermijnpersoneelsbeloningen betreft het bedrag aan aanspraken die werknemers hebben opgebouwd in ruil voor hun diensten in de verslagperiode en voorgaande perioden. Deze aanspraken worden verdisconteerd om de contante waarde te bepalen. Herwaarderingen worden verwerkt in het resultaat in de periode waarin zij optreden.
F | Winstbelastingen
Winstbelastingen omvatten de over de verslagperiode verschuldigde en terug te ontvangen winstbelastingen en uitgestelde winstbelastingen. Winstbelastingen worden in het resultaat verwerkt, behalve voor zover deze betrekking hebben op een bedrijfscombinatie of op posten die rechtstreeks in het eigen vermogen of in niet-gerealiseerde resultaten worden opgenomen.
Actuele winstbelastingen
De actuele winstbelastingen omvatten de verwachte te betalen of terug te ontvangen belastingen over de fiscale winst of verlies over het boekjaar, en eventuele correcties op de over voorgaande jaren verschuldigde of terug te ontvangen belastingen. Het bedrag van de actuele winstbelastingen wordt bepaald op basis van de beste schatting van de belastingbate of -last, waarbij rekening wordt gehouden met eventuele onzekerheid met betrekking tot winstbelastingen. De actuele winstbelasting wordt berekend aan de hand van belastingtarieven die zijn vastgesteld op verslagdatum, dan wel waartoe materieel al op verslagdatum is besloten. De actuele winstbelasting omvat tevens eventuele belastingen voortvloeiend uit dividenden.
Actuele belastingvorderingen en -verplichtingen worden uitsluitend gesaldeerd als aan bepaalde criteria wordt voldaan.
Uitgestelde winstbelastingen
Uitgestelde winstbelastingen worden opgenomen voor tijdelijke verschillen tussen de boekwaarden van activa en verplichtingen ten behoeve van de financiële verslaggeving en de fiscale boekwaarden van die posten. Uitgestelde belastingverplichtingen worden niet opgenomen voor:
- tijdelijke verschillen die verband houden met de eerste opname van activa of verplichtingen bij een transactie die geen bedrijfscombinatie betreft en die noch de commerciële noch de fiscale winst of verlies beïnvloedt;
- tijdelijke verschillen die verband houden met deelnemingen in dochterondernemingen, geassocieerde deelnemingen en joint ventures, voor zover Accell Group niet in staat is het tijdstip van afloop van deze tijdelijke verschillen te bepalen en het waarschijnlijk is dat ze niet zullen worden afgewikkeld in de voorzienbare toekomst;
- belastbare tijdelijke verschillen die voortvloeien uit de eerste opname van goodwill.
Uitgestelde belastingvorderingen worden opgenomen voor onbenutte fiscale verliezen, ongebruikte fiscaal verrekenbare tegoeden en aftrekbare tijdelijke verschillen, voor zover het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zullen komen waartegen deze kunnen worden afgezet. Uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere verslagdatum beoordeeld en worden verlaagd voor zover het niet langer waarschijnlijk is dat het daarmee samenhangende belastingvoordeel zal worden gerealiseerd; dergelijke verlagingen worden teruggeboekt zodra het waarschijnlijk is dat in de toekomst belastbare winsten weer toenemen. Niet-opgenomen uitgestelde belastingvorderingen worden op iedere verslagdatum opnieuw beoordeeld en worden opgenomen zodra het waarschijnlijk is dat er in de toekomst belastbare winsten beschikbaar zijn, waartegen ze kunnen worden gebruikt.
Uitgestelde winstbelastingen worden gewaardeerd op basis van de belastingtarieven die naar verwachting van toepassing zullen zijn bij afloop van de tijdelijke verschillen, op basis van belastingtarieven die op de verslagdatum zijn vastgesteld of materieel zijn vastgesteld. De waardering van uitgestelde winstbelastingen weerspiegelt de fiscale gevolgen die voortvloeien uit de wijze waarop Accell Group aan het eind van de verslagperiode verwacht de boekwaarde van haar activa en verplichtingen te realiseren of af te wikkelen.
Uitgestelde belastingvorderingen en -verplichtingen worden uitsluitend gesaldeerd als aan bepaalde criteria wordt voldaan.
G | Voorraden
De voorraden worden opgenomen tegen kostprijs of lagere netto-opbrengstwaarde. De kostprijs van de voorraden is gebaseerd op het ‘eerst in, eerst uit’-beginsel (fifo). De kostprijs van goederen in bewerking en voorraden gereed product omvat een redelijk deel van de indirecte kosten op basis van de normale productiecapaciteit.
H | Materiële vaste activa
Verwerking en waardering
Materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. Een winst of verlies op de afstoting van een materieel vast actief wordt verwerkt in het resultaat (afschrijvingslasten).
Afschrijvingen
Afschrijving wordt berekend teneinde de kosten van materiële vaste activa minus hun geschatte restwaarde lineair af te schrijven over hun geschatte gebruiksduur. Afschrijvingen worden ten laste van het resultaat gebracht. Op grond wordt niet afgeschreven.
De geschatte gebruiksduur voor de belangrijkste materiële vaste activa is als volgt:
Bedrijfsgebouwen | 40 jaar | ||||
Machines en overige activa | 3 - 12 jaar | ||||
Afschrijvingsmethoden, gebruiksduren en restwaarden worden op iedere verslagdatum opnieuw beoordeeld en indien noodzakelijk aangepast.
I | Immateriële activa en goodwill
Verwerking en waardering
Goodwill
Goodwill die voortvloeit uit de verwerving van dochterondernemingen wordt gewaardeerd tegen kostprijs minus cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Handelsmerken
Handelsmerken, die veelal voortvloeien uit de verwerving van dochterondernemingen, worden gewaardeerd tegen kostprijs minus eventuele cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen. De overgenomen handelsmerken bevinden zich in het midden- en hogere marktsegment met een veelal lange historie en traditie in de lokale en internationale markten waarin ze opereren. De levensduur van de handelsmerken kunnen zowel onbepaald als bepaald zijn. De levensduur is gebaseerd op een analyse van alle relevante factoren waarbij wordt bepaald of er een voorzienbare beperking aan de periode zit waarover verwacht wordt dat het handelsmerk positieve kasstromen genereert.
Onderzoek en ontwikkeling
Uitgaven voor onderzoeksactiviteiten worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gedaan. Uitgaven voor ontwikkelingsactiviteiten worden alleen geactiveerd als de uitgaven betrouwbaar kunnen worden bepaald, het product of proces technisch en commercieel haalbaar is, toekomstige economische voordelen waarschijnlijk zijn en Accell Group van plan is en over voldoende middelen beschikt om de ontwikkeling te voltooien en het actief te gebruiken of te verkopen. Andere ontwikkelingskosten worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gemaakt. Na de eerste opname worden geactiveerde ontwikkelingskosten gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Overige immateriële activa
De overige door Accell Group verworven immateriële activa (met inbegrip van klantenbestanden, licenties en patenten) met een eindige gebruiksduur worden gewaardeerd tegen kostprijs verminderd met cumulatieve amortisatie en cumulatieve bijzondere waardeverminderingsverliezen.
Uitgaven na eerste opname
Uitgaven na eerste opname worden uitsluitend geactiveerd wanneer hierdoor de toekomstige economische voordelen toenemen die zijn besloten in het specifieke actief waarop de uitgaven betrekking hebben. Alle overige uitgaven, inclusief uitgaven voor intern gegenereerde goodwill en handelsmerken, worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gedaan.
Amortisatie
Amortisatie wordt berekend teneinde de kosten van immateriële activa minus hun geschatte restwaarde lineair te amortiseren over hun geschatte gebruiksduur. Amortisaties worden in het algemeen verwerkt in het resultaat. Op goodwill en handelsmerken met een onbepaalde levensduur vindt geen amortisatie plaats.
De geschatte gebruiksduur luidt als volgt:
Handelsmerken (met bepaalde levensduur) | 15 jaar | |||
Klantbestanden | 10 - 20 jaar | |||
Licenties | 10 jaar | |||
Patenten | 5 jaar | |||
Software | 3 - 7 jaar | |||
Ontwikkelingskosten | 3 - 5 jaar | |||
Amortisatiemethoden, gebruiksduren en restwaarden worden op iedere verslagdatum opnieuw beoordeeld en, indien noodzakelijk, aangepast.
J | Financiële instrumenten
Vanaf 1 januari 2018 classificeert Accell Group niet-afgeleide financiële activa in de volgende categorieën: die welke nadien tegen reële waarde worden gewaardeerd (hetzij via niet-gerealiseerde resultaten, hetzij via de winst- en verliesrekening) en die worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De indeling hangt af van het bedrijfsmodel voor het beheer van de niet-afgeleide financiële activa en de contractuele voorwaarden van de kasstromen. Accell Group herclassificeert financiële activa alleen wanneer haar bedrijfsmodel voor het beheer van die activa verandert.
Accell Group classificeert alle niet-afgeleide financiële verplichtingen als ‘nadien gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs’, behalve wanneer de reële-waarde optie wordt gebruikt om een niet-afgeleide financiële verplichting tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening te mogen verwerken.
Niet-afgeleide financiële activa en financiële verplichtingen - verwerken en niet langer verwerken
Accell Group verwerkt leningen en vorderingen initieel op de datum waarop ze ontstaan. Alle overige financiële activa en financiële verplichtingen worden initieel verwerkt op de transactiedatum waarop de betreffende entiteit van Accell Group partij wordt in de contractuele bepalingen van het instrument.
Accell Group neemt een financieel actief niet langer op in de balans als de contractuele rechten op de kasstromen uit het actief aflopen, of als Accell Group de contractuele rechten op de ontvangst van de kasstromen uit het financieel actief overdraagt door middel van een transactie waarbij nagenoeg alle aan het eigendom van dit actief verbonden risico’s en voordelen worden overgedragen of het draagt niet of vrijwel niet alle risico's en voordelen van eigendom over en behoudt geen controle over het overgedragen actief. Indien Accell Group een belang behoudt of creëert in de overgedragen financiële activa, dan wordt dit belang afzonderlijk als actief of verplichting opgenomen.
Accell Group neemt een financiële verplichting niet langer op in de balans als de contractuele verplichtingen worden kwijtgescholden of geannuleerd, of verlopen. Het verschil tussen de boekwaarde van een financiële verplichting die is vervallen of overgedragen aan een andere partij en de betaalde vergoeding, inclusief overgedragen niet-contante activa of overgenomen verplichtingen, wordt opgenomen in de winst- en verliesrekening als overige inkomsten- of financieringskosten.
Financiële activa en verplichtingen worden gesaldeerd en het resulterende nettobedrag wordt in de balans gepresenteerd uitsluitend indien Accell Group een wettelijk afdwingbaar recht heeft op deze saldering en indien zij voornemens is om af te wikkelen op nettobasis dan wel het actief en de verplichting gelijktijdig af te wikkelen.
Niet-afgeleide financiële activa - waardering
Bij de eerste opname wordt een niet-afgeleid financieel actief gewaardeerd tegen zijn reële waarde plus, in het geval van een financieel actief niet tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winst- en verliesrekening (FVPL), transactiekosten die rechtstreeks zijn toe te rekenen aan de verwerving van het financieel actief. Transactiekosten van financiële activa die tegen FVPL worden gewaardeerd, worden ten laste van de winst- en verliesrekening gebracht.
Niet-afgeleide financiële activa met daarin besloten derivaten worden in hun geheel beschouwd bij het bepalen of hun kasstromen uitsluitend de betaling van de hoofdsom en rente zijn.
De waardering van niet-afgeleide financiële activa (exclusief aandelenbeleggingen) is afhankelijk van het bedrijfsmodel dat de groep hanteert voor het beheer van het actief en de kasstroomkenmerken van het actief. Er zijn hiervoor drie waarderingscategorieën beschikbaar:
- geamortiseerde kostprijs: niet-afgeleide financiële activa die worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel waarvan de doelstelling is om contractuele kasstromen te innen en die kasstromen vertegenwoordigen uitsluitend betalingen van de hoofdsom en rente over de uitstaande hoofdsom. Rentebaten uit deze financiële activa worden opgenomen in financieringsbaten op basis van de effectieve-rentemethode. Elke winst of verlies voortvloeiend uit het niet meer opnemen in de balans wordt direct in de winst- en verliesrekening opgenomen in overige baten/lasten. Bijzondere waardeverminderingen worden als afzonderlijke post in de winst- en verliesrekening gepresenteerd.
- reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI): niet-afgeleide financiële activa die worden aangehouden binnen een bedrijfsmodel dat tot doel heeft contractuele kasstromen te innen en de financiële activa te verkopen, waarbij de kasstromen van de activa uitsluitend betalingen van de hoofdsom en rente over de hoofdsom zijn. Mutaties in de boekwaarde worden via niet-gerealiseerd resultaat in het eigen vermogen verwerkt, met uitzondering van de opname van bijzondere waardeverminderingen, rentebaten en valutakoersresultaten die worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Wanneer het financieel actief niet langer wordt opgenomen, wordt de gecumuleerde winst of verlies die eerder in de niet-gerealiseerde resultaten werd opgenomen, geherclassificeerd van het eigen vermogen naar de winst- en verliesrekening in de overige baten/lasten. Rentebaten uit deze financiële activa worden opgenomen in financieringsbaten met behulp van de effectieve rentemethode. Bijzondere waardeverminderingen worden als afzonderlijke post in de winst- en verliesrekening gepresenteerd.
- reële waarde via winst- en verliesrekening (FVPL): niet-afgeleide financiële activa die niet voldoen aan de criteria voor geamortiseerde kostprijs of FVOCI. Een winst of verlies op een financieel actief die gewaardeerd wordt als FVPL, wordt in de winst- en verliesrekening opgenomen in de periode waarin deze zich voordoet.
Alle aandelenbeleggingen worden initieel en nadien gewaardeerd tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening. Veranderingen in de reële waarde worden opgenomen in overige baten/lasten in de winst- en verliesrekening, indien van toepassing. Dividenden van dergelijke beleggingen worden in de winst- en verliesrekening opgenomen als netto financieringslasten wanneer het recht van Accell Group om betalingen te ontvangen wordt vastgesteld.
Er zijn momenteel geen niet-afgeleide financiële activa tegen reële waarde via niet-gerealiseerde resultaten (FVOCI), geen niet-afgeleide financiële activa tegen reële waarde via winst en verlies (FVPL) noch (materiële) investeringen in aandelen.
Niet-afgeleide financiële verplichtingen - waardering
Niet-afgeleide financiële verplichtingen worden initieel opgenomen tegen reële waarde verminderd met direct toerekenbare transactiekosten. Na de eerste opname worden deze verplichtingen gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve-rentemethode.
Er zijn met uitzondering van de voorwaardelijke vergoeding in verband met de overname van Velosophy momenteel geen niet-afgeleide financiële verplichtingen tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening.
Afgeleide financiële instrumenten en hedge accounting
Accell Group maakt gebruik van afgeleide financiële instrumenten (derivaten) om de valuta- en renterisico’s af te dekken. Afgeleide financiële instrumenten worden bij de eerste opname gewaardeerd tegen reële waarde; eventuele direct toerekenbare transactiekosten worden verwerkt in het resultaat wanneer zij worden gemaakt. Na de eerste opname worden afgeleide financiële instrumenten tegen reële waarde gewaardeerd, en eventuele wijzigingen daarin worden in het algemeen verwerkt in het resultaat. Derivaten worden gepresenteerd als activa wanneer de reële waarde positief is en als verplichtingen wanneer de reële waarde negatief is.
Bij het aangaan van de hedge-transactie documenteert Accell Group de relatie tussen de afdekkingsinstrumenten en de afgedekte items, de doelstellingen voor het risicobeheer, samen met de methoden die zijn geselecteerd om de effectiviteit van afdekkingen te beoordelen. Daarnaast documenteert Accell Group haar beoordeling, zowel bij het aangaan van de hedge-transactie als op een continue basis, of de derivaten die worden gebruikt in de afdekkingstransacties zeer effectief zijn in het compenseren van de kasstromen van de afgedekte items. Wanneer een derivaat wordt aangewezen als een kasstroomafdekkingsinstrument, wordt het effectieve deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat opgenomen in het niet-gerealiseerde resultaat (OCI) en opgenomen in de afdekkingsreserve. Elk niet-effectief deel van de wijzigingen in de reële waarde van het derivaat wordt onmiddellijk in de winst-en-verliesrekening opgenomen.
Wanneer termijncontracten worden gebruikt om verwachte transacties af te dekken, wijst Accell Group de volledige verandering in de reële waarde van het termijncontract (inclusief forward points) aan als het afdekkingsinstrument. Winsten of verliezen die betrekking hebben op het effectieve deel van de verandering in de reële waarde van het volledige termijncontract worden opgenomen in de reserve kasstroomafdekkingen binnen het eigen vermogen.
Bedragen die in het eigen vermogen zijn geaccumuleerd, worden als volgt opnieuw geclassificeerd in de perioden waarin het afgedekte item winst of verlies beïnvloedt:
- Wanneer de afgedekte positie vervolgens resulteert in de opname van een niet-financieel actief (zoals voorraad), worden de uitgestelde afdekkingswinsten en -verliezen (inclusief forward points) opgenomen in de initiële kostprijs van het actief. De uitgestelde bedragen worden uiteindelijk opgenomen in de winst- en verliesrekening omdat de afgedekte positie van invloed is op de winst of het verlies door materiaalkosten.
- De winst of het verlies met betrekking tot het effectieve deel van de renteswaps die leningen met variabele rente afdekken, wordt opgenomen in de winst of het verlies binnen de financiële kosten op hetzelfde moment als de rentelasten op de afgedekte leningen.
Wanneer een afdekkingsinstrument afloopt, wordt verkocht of wordt beëindigd, of wanneer een afdekking niet langer voldoet aan de criteria voor hedge accounting, blijft een cumulatieve uitgestelde winst of verlies in het eigen vermogen totdat de verwachte transactie plaatsvindt, resulterend in de opname van een niet-financieel actief zoals bijvoorbeeld voorraad. Wanneer verwacht wordt dat de verwachte transactie niet meer zal plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies die in het eigen vermogen werd verantwoord onmiddellijk geherclassificeerd naar de winst of het verlies.
Aandelenkapitaal
Gewone aandelen
De marginale kosten die rechtstreeks toerekenbaar zijn aan de uitgifte van gewone aandelen, na aftrek van eventuele belastingeffecten, worden in mindering gebracht op het eigen vermogen. Winstbelastingen over transactiekosten van eigen-vermogenstransacties worden verwerkt in overeenstemming met IAS 12.
K | Bijzondere waardeverminderingen
Niet-afgeleide financiële activa
Accell Group boekt een voorziening voor verwachte kredietverliezen ('ECL's') voor alle niet-afgeleide financiële activa die niet tegen reële waarde via de winst- en verliesrekening worden aangehouden. Vanaf 1 januari 2018 kent Accell Group vier soorten financiële activa die onder het verwachte kredietverliesmodel vallen: overige financiële activa, handelsvorderingen, overige vorderingen en geldmiddelen en kasequivalenten.
ECL's zijn gebaseerd op het verschil tussen de contractuele kasstromen die volgens het contract verschuldigd zijn en alle kasstromen die Accell Group verwacht te ontvangen, verdisconteerd tegen een benadering van de oorspronkelijke effectieve rentevoet. De verwachte kasstromen omvatten tevens kasstromen uit de verkoop van aangehouden onderpand of andere kredietverbeteringen die een integraal onderdeel zijn van de contractuele voorwaarden. Accell Group stelt een bijzondere waardeverminderingsvoorziening zowel vast op een collectieve als individuele basis, rekening houdend met gebeurtenissen in het verleden, huidige omstandigheden en voorspellingen van toekomstige economische omstandigheden.
ECL's worden in twee fasen genomen:
- voor financiële activa waarvoor sinds het begin van de eerste opname geen significante stijging van het kredietrisico is opgetreden, worden ECL's verantwoord voor kredietverliezen die het gevolg zijn van wanbetalingen die mogelijk zijn binnen de volgende 12 maanden (een 12-maands ECL);
- voor financiële activa waarvoor er sinds de eerste opname sprake is van een aanzienlijke toename van het kredietrisico, is een bijzondere waardeverminderingsvoorziening vereist voor kredietverliezen die worden verwacht over de resterende looptijd van de vordering, ongeacht het moment van in gebreke blijven/default (een levenslang-ECL).
Bij het bepalen of het kredietrisico van een financieel actief aanzienlijk is toegenomen sinds de eerste opname en bij het schatten van ECL's, wordt redelijke en te onderbouwen informatie in ogenschouw genomen die relevant en beschikbaar is zonder onnodige kosten of moeite. Dit omvat zowel kwantitatieve als kwalitatieve informatie en analyse, gebaseerd op de historische ervaring van Accell Group en een up-to-date kredietbeoordeling, inclusief toekomstgerichte informatie.
Een financieel actief is in gebreke wanneer:
- het onwaarschijnlijk is dat de kredietnemer zijn verplichtingen volledig zal betalen, zonder verhaal van Accell Group op acties zoals het recupereren van voorraden of kredietverzekering (indien van toepassing); of
- het financieel actief een betalingsachterstand van meer dan 90 dagen heeft.
De maximale periode die in aanmerking wordt genomen bij het schatten van ECL's is de maximale contractuele periode waarover Accell Group is blootgesteld aan kredietrisico.
Voor handelsvorderingen hanteert Accell Group een vereenvoudigde benadering bij het berekenen van ECL's. Daarom worden wijzigingen in het kredietrisico niet bijgehouden, maar wordt een voorziening opgenomen op basis van levenslange ECL's op iedere rapportagedatum. Accell Group heeft een voorzieningenmatrix opgesteld die gebaseerd is op haar historische ervaring met kredietverlies, gecorrigeerd voor toekomstgerichte factoren die specifiek zijn voor de debiteuren en de economische omgeving.
De voorziening voor bijzondere waardevermindering voor niet-afgeleide financiële activa gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs worden in mindering gebracht van de bruto boekwaarde van de activa. Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot financiële activa worden afzonderlijk gepresenteerd in de geconsolideerde winst- en verliesrekening. Indien Accell Group van oordeel is dat er geen realistische vooruitzichten zijn op het realiseren van het actief, dan worden de desbetreffende bedragen afgewaardeerd. Als het bedrag van het bijzondere waardeverminderingsverlies afneemt en deze afname objectief kan worden gerelateerd aan een gebeurtenis die heeft plaatsgevonden na de verwerking van het bijzondere waardeverminderingsverlies in het resultaat, dan wordt het eerder verwerkte bijzondere waardeverminderingsverlies teruggenomen via het resultaat.
Deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode
Bijzondere waardeverminderingsverliezen op deelnemingen verwerkt volgens de ‘equity’-methode worden bepaald door vergelijking van de realiseerbare waarde van de deelneming met zijn boekwaarde. Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt verwerkt in het resultaat, en wordt teruggenomen in geval van een positieve verandering in de schattingen die worden gebruikt ter bepaling van de realiseerbare waarde.
Niet-financiële activa
Op iedere verslagdatum wordt de boekwaarde van de niet-financiële activa van Accell Group, uitgezonderd voorraden en uitgestelde belastingvorderingen, opnieuw beoordeeld om te bepalen of er aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen. Indien dergelijke aanwijzingen bestaan, wordt een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde van het actief. Van goodwill en handelsmerken met een onbepaalde levensduur wordt ieder jaar een schatting gemaakt van de realiseerbare waarde.
Voor de toetsing op bijzondere waardeverminderingen worden activa samengevoegd in de te onderscheiden groep activa die uit voortgezet gebruik kasstromen genereert die in hoge mate onafhankelijk zijn van de inkomende kasstromen van andere activa of kasstroomgenererende eenheden. De in een bedrijfscombinatie verworven goodwill wordt toegerekend aan (groepen van) kasstroomgenererende eenheden die naar verwachting zullen profiteren van de synergievoordelen van de combinatie.
De realiseerbare waarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid is de hoogste van de bedrijfswaarde en de reële waarde minus verkoopkosten. Bij het bepalen van de bedrijfswaarde wordt de contante waarde van de geschatte toekomstige kasstromen berekend met behulp van een disconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van zowel de actuele marktinschattingen van de tijdswaarde van geld als van de specifieke risico's met betrekking tot het actief of de kasstroomgenererende eenheid.
Een bijzonder waardeverminderingsverlies wordt verwerkt als de boekwaarde van een actief of de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort, hoger is dan de geschatte realiseerbare waarde. Bijzondere waardeverminderingsverliezen worden verwerkt in het resultaat. Zij worden eerst in mindering gebracht op de boekwaarde van eventueel aan de kasstroomgenererende eenheid toegerekende goodwill en vervolgens naar rato in mindering gebracht op de boekwaardes van de overige activa van de kasstroomgenererende eenheid.
Bijzondere waardeverminderingsverliezen met betrekking tot goodwill worden niet teruggenomen. Voor andere activa wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies uitsluitend teruggenomen voor zover de boekwaarde van het actief niet hoger wordt dan de boekwaarde, na aftrek van afschrijvingen of amortisatie, die zou zijn vastgesteld als geen bijzonder waardeverminderingsverlies was opgenomen.
L | Voorzieningen
Voorzieningen worden bepaald door de verwachte toekomstige kasstromen contant te maken op basis van een disconteringsvoet vóór belasting die een afspiegeling is van de actuele marktinschattingen van de tijdswaarde van geld en van de specifieke risico’s met betrekking tot de verplichting. De oprenting van de voorziening wordt verwerkt als financieringslast.
M | Kasstroomoverzicht
Accell Group heeft haar kasmiddelenbeheer centraal georganiseerd, waarbij de uitvoering van het betalingsverkeer in de operaties plaatsvindt door de ondernemingen behorende tot de groep. Accell Group kent productieondernemingen, handelsondernemingen en tussenvormen die bijvoorbeeld elk op een ander moment beginnen met voorraad opbouwen voor het seizoen. Dit leidt tot een uiteenlopend patroon in de liquiditeitsbehoefte. Door middel van gecentraliseerd kasmiddelenbeheer wordt beoogd de middelen binnen Accell Group optimaal te alloceren, waarbij de overtollige middelen in de ene onderneming worden ingezet bij een andere onderneming.
Het beheer van de kasmiddelen omvat cash pools, geldmiddelen en rekening-courant banken. Het gecentraliseerde kasmiddelenbeheer, inclusief valutabeheer, wordt uitgevoerd met behulp van deze instrumenten. Daarnaast staan Accell Group ter financiering langlopende bankleningen en een doorlopende kredietfaciliteit ter beschikking.
Een belangrijke component van het kasmiddelenbeheer zijn de cash pools. De cash pools worden verstrekt door banken uit het syndicaat dat ook de groepsfinanciering heeft verstrekt. De cash pools bestaan uit een groot aantal bankrekeningen, waarvan per individuele bankrekening het saldo schommelt. Het zijn per maand verschillende bankrekeningen die de creditpositie (bruto) en debetpositie (bruto) per cash pool vormen. De nettostand van een cash pool, komt indien negatief, in mindering op de beschikbare ruimte in de doorlopende kredietfaciliteit, kent dezelfde condities als de doorlopende kredietfaciliteit en is direct opeisbaar. Dit geeft de cash pools een hybride karakter; enerzijds is de cash pool het instrument voor kasmiddelenbeheer en anderzijds kent de cash pool in bepaalde perioden van het jaar een overbruggend karakter.
Naast de cash pools staan Accell Group ook reguliere bankrekeningen en rekening-couranten ter beschikking. Deze vormen echter een beperkt deel van de beschikbare kasmiddelen. Een deel van deze bankrekeningen en rekening-couranten is afgesloten bij de banken uit het syndicaat die ook de groepsfinanciering hebben verstrekt; het andere deel betreft lokale banken voor specifieke doeleinden.
De cash pools, geldmiddelen en rekening-courant banken vormen tezamen het kasmiddelenbeheer van Accell Group en maken in het kasstroomoverzicht deel uit van de post geldmiddelen en rekening-courant banken. De kasstromen omvatten daarmee geen bewegingen binnen en tussen de cash pools, geldmiddelen en de kwalificerende rekening-couranten, aangezien deze onderdelen deel uitmaken van het kasstroombeheer van Accell Group en niet zozeer van de bedrijfs-, investerings- en financieringsactiviteiten.
4. Nog niet toegepaste nieuwe standaarden en interpretaties
Accell Group past een aantal nieuwe standaarden en wijzigingen van standaarden die van kracht worden vanaf 1 januari 2019 nog niet toe in deze geconsolideerde jaarrekening.
IFRS 16 Leases
In januari 2016 heeft de IASB IFRS 16 'Leases' uitgegeven, die één boekhoudmodel voor de lessee introduceert en een lessee verplicht activa en passiva voor alle leaseovereenkomsten op te nemen met vrijstellingsopties voor leases met een looptijd korter dan 12 maanden en lage waarde-activa. Een lessee moet een gebruiksrecht (activa) die zijn recht om het onderliggende geleasde actief te gebruiken en een leaseverplichting die zijn verplichting om leasebetalingen te doen vertegenwoordigen, verantwoorden. Er zijn slechts kleine wijzigingen in de huidige boekhouding voor lessors. De standaard vereist tevens dat entiteiten gebruikers van de jaarrekening meer informatieve en relevante toelichtingen verstrekken. IFRS 16 is van kracht voor boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019. Vroegtijdige toepassing is toegestaan, maar Accell Group zal deze nieuwe standaard voor de eerste keer toepassen in de jaarrekening 2019. De eerste toepassing van IFRS 16 zal een materiële impact hebben op de jaarrekening van de groep.
Bij het afsluiten van een contract beoordeelt Accell Group of een contract een leaseovereenkomst is of een lease bevat. De beoordeling is gebaseerd op de vraag of het contract het recht overdraagt om het gebruik van een geïdentificeerd actief gedurende een bepaalde periode te bepalen tegenover een te betalen vergoeding. Accell Group heeft ervoor gekozen om niet-leasecomponenten niet te scheiden en de lease- en niet-leasecomponenten te verwerken als één enkel leasecontract.
Op de ingangsdatum van de leaseovereenkomst worden een gebruiksrecht en een leaseverplichting opgenomen. Het gebruiksrecht wordt aanvankelijk gemeten op basis van het initiële bedrag van de leaseverplichting, gecorrigeerd voor eventuele leasebetalingen die zijn gedaan op of voor de ingangsdatum, plus eventuele initiële directe kosten en een schatting van de kosten voor het ontmantelen en verwijderen van de onderliggende activa of om de onderliggende activa te herstellen. De activa worden afgeschreven, naar het eerste moment van (a) het einde van de levensduur van het onderliggende actief van het gebruiksrecht of (b) de leasetermijn, volgens de lineaire methode omdat dit het verwachte verbruikspatroon van de toekomstige economische voordelen het beste weerspiegelt. De leasetermijn is inclusief perioden gedekt door een verlengingsoptie indien Accell Group redelijkerwijs zeker is van die optie gebruik te maken. Momenteel variëren de leasetermijnen van 2 tot 10 jaar.
Onder IFRS 16 zullen gebruiksrechten worden getoetst op bijzondere waardevermindering in overeenstemming met IAS 36 'Bijzondere waardevermindering van activa'. Dit vervangt de vorige vereiste om een voorziening voor verlieslatende leasecontracten op te nemen.
De leaseverplichting wordt initieel gewaardeerd als de contante waarde van de leasebetalingen die niet op de ingangsdatum worden betaald, verdisconteerd aan de hand van de impliciete interestvoet in de lease of, indien die interestvoet niet direct kan worden bepaald, de incrementele rentevoet ('IBR') van Accell Group. Over het algemeen wordt de incrementele rentevoet van Accell Group gebruikt als disconteringsvoet. Vervolgens wordt de leaseverplichting gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode. De leaseverplichting wordt opnieuw gewaardeerd wanneer er een verandering is in toekomstige leasebetalingen die onder meer voort kan vloeien uit een wijziging van een index-, tarief-, verlengings- of beëindigingsoptie.
Wanneer de leasingverplichting opnieuw wordt gewaardeerd, wordt een overeenkomstige aanpassing aan de boekwaarde van de gebruiksrechten doorgevoerd of wordt, als de boekwaarde van het gebruiksrechtbestanddeel is verminderd naar nul, een bijzondere waardevermindering in de winst- en verliesrekening genomen.
Accell Group heeft de volgende praktische toepassingsmogelijkheden gebruikt bij de implementatie van IFRS 16 op leaseovereenkomsten die eerder waren geclassificeerd als operationele leases volgens IAS 17:
- de opname vrijstelling voor activa met een lage waarde (kleiner of gelijk aan € 5.000);
- de vrijstelling om geen gebruiksrechten en leaseverplichtingen te verantwoorden voor leasetermijnen korter dan 12 maanden;
- één disconteringsvoet voor een leaseportefeuille met vergelijkbare kenmerken;
- de initiële directe kosten uitgesloten van de eerste waardering van het gebruiksrecht;
- er is achteraf bekeken of de bepaalde leaseperiode juist was rekening houdend met een verlengings- of beëindigingsoptie in de leaseovereenkomst.
Met ingang van 1 januari 2019 heeft Accell Group IFRS 16 toegepast met behulp van de aangepaste retrospectieve benadering, wat betekent dat de cijfers over het voorgaande jaar niet zullen worden aangepast. Accell Group heeft een analyse gemaakt van alle leasecontracten om te verzekeren dat ze voldoen aan de criteria om voor activering van het gebruiksrechtbestandsdeel in aanmerking te komen en om deze vervolgens af te schrijven volgens IFRS 16. De geïdentificeerde leasecontracten hebben betrekking op gebouwen (78%), auto's (18%), machines ( 3%) en andere activa (1%).
Bij de eerste toepassing heeft Accell Group ervoor gekozen om gebruiksrechten te verantwoorden op basis van de overeenkomstige leaseverplichting. Op 1 januari 2019 zijn de gebruiksrechten en leaseverplichtingen ter hoogte van € 33 miljoen opgenomen, zonder impact op de Overige reserves. De toegepaste gewogen gemiddelde disconteringsvoet is 1,67%.
In tegenstelling tot de presentatie tot op heden van operationele leasekosten, zullen toekomstige afschrijvingskosten voor gebruiksrechten en de rentekosten uit de afwikkeling van de verdiscontering op de leaseverplichtingen worden opgenomen in de winst- en verliesrekening. Op basis van de leases van Accell Group per 1 januari 2019 zullen de afschrijvingen en amortisatie en rentekosten met respectievelijk ongeveer € 10,9 miljoen en € 0,7 miljoen toenemen. De overige bedrijfskosten zullen daarentegen met een soortgelijk bedrag dalen doordat de operationele leasekosten niet langer zijn inbegrepen.
Hoewel IFRS 16 geen invloed heeft op de geldmiddelenpositie, heeft dit invloed op de classificatie binnen het overzicht van de kasstromen:
- verbetering van de 'nettokasstroom uit operationele activiteiten' als gevolg van het vervallen van de leasekosten;
- integratie van de terugbetaling van de leaseverplichting in 'nettokasstroom uit financieringsactiviteiten'.
Het vermogen om te voldoen aan bankconvenanten wordt niet beïnvloed door de implementatie van IFRS 16, omdat de impact van IFRS 16 is uitgesloten in de convenanten.
Overige standaarden en interpretaties
Gewijzigde standaard IFRS 9 ‘Vooruitbetalingskenmerken met een negatieve vergoeding’ en de nieuwe interpretatie IFRIC 23 ‘Onzekerheid over de behandeling van winstbelasting’ hebben naar verwachting geen significante invloed op de Accell Group’s financiële verslaglegging.